Klimaat
Energie
Duurzaamheid

Klimaatbeleid tot nu geeft vertrouwen dat meer en snellere actie mogelijk is

November 24, 2021
Jan Paul van Soest

Wij onderschrijven de zorgen en vinden haast geboden. Maar worden ook wat gallisch van de vele sombermansgeluiden. Er gebeurt ongelofelijk veel wél. Het is ook goed dat te belichten. Al is het maar om politieke leidersmoed in te praten: wat er gebeurt laat zien dat de economieën allesbehalve instorten als er klimaatbeleid plaatsvindt. Alleen al bestaande effectief, haalbaar en betaalbaar gebleken maatregelenwereldwijd uitrollen kan de doelstelling van maximaal 2 graden opwarmingflink nabij brengen. Durf gerust meer en strengere maatregelen te treffen, dat is een belangrijke les die te trekken valt uit het klimaatbeleid tot nu toe.

Wij – vader Jan Paul en dochter Heleen van Soest, die zich opgeteld al zo’n 30 jaar over klimaatvragen buigen – vinden dat we enig recht van spreken hebben. Dochter studeerde klimaatwetenschappen in Wageningen, doet internationale klimaatbeleidsanalyses bij het Planbureau voor de Leefomgeving(PBL) en legt de bevindingen neer in wetenschappelijke publicaties die medebasis zijn voor de onderhandelingen op de klimaattoppen. Vader studeerde milieukunde in Wageningen en wijst als adviseur, ondernemer en publicist al ruim20 jaar in boeken, columns en lezingen op de risico’s van klimaatverandering en ontwikkelt opties voor beleid. ‘Beroepsalarmist’ en ‘handelaar in angst’ waren nog de mildste van de kwalificaties die hem werden opgespeld. Ongegrond optimisme zullen we dus niet gauw tentoonspreiden. Maar alle kommer- en kwelverhalen zitten ons toch ook niet lekker. Daar mag best een verhaal naast staan.  

Begin deze eeuw, toen er nog amper klimaatbeleid was, dreigde de opwarming rond het jaar 2100 op te lopen tot wel 4 à 6 graden. Die prognoses zijn drastisch naar beneden gegaan: met alle bestaande klimaatbeleid plus de beloftes voor 2030 die nu wereldwijd zijn gedaan zal de opwarming eind deze eeuw naar verwachting zo’n 2,7 graden bedragen, en zelfs ongeveer 2 graden als alle beloftes voor netto-nul-emissies gehaald zouden worden. Niet alleen landen bieden tegen elkaar op met ambitieuze beloften, ook steden, bedrijven en andere actoren doen mee.

Zeker: 2,7 graden is nog duidelijk te hoog, veel hoger dan het doel van maximaal 2 en liefst 1,5 graden, en zeker: we moeten nog zien of alle beloftes ook worden waargemaakt door plannen van harde beleidsmaatregelen te voorzien. Maar het is niet waar dat er niks gebeurt, en dat er alleen blabla is.

Steeds meer landen hebben klimaatbeleid. Overal ter wereld is bijvoorbeeld hernieuwbare energie gestimuleerd met regelingen en subsidies, de kosten van batterijen en elektriciteit uit zon en wind zijn meer gedaald dan wie dan ook voor mogelijk had gehouden. Nieuwe windparken op zee konden er vroeger alleen komen met aanzienlijke financiële steun, vandaag de dag moetenprojectontwikkelaars betalen voor een locatie. China heeft zich tot koploper in duurzame energie ontwikkeld, en verdient aan de export van duurzame energiesystemen. In het Midden-Oosten ritselt het van de investeringen en plannen voor hernieuwbare energie, veel landen met een overmaat aan zon zijn begonnen met een omslag van olie- en gasexporten naar productie en export van elektriciteit en waterstof. De industrie realiseert zich dat CO2 peperduur gaat worden en investeert in nieuwe procestechnieken die veel minder of geen CO2uitstoten. De groei van elektrische auto’s is niet meer te stuiten.

In de EU werd in 2005 het emissiehandelssysteem voorbroeikasgassen ingevoerd. De eerste jaren waren de prijzen per ton CO2onwaarschijnlijk laag, maar inmiddels zijn ze door gericht EU-beleid opgelopen tot 60 EUR/ton, en dat is echt een factor geworden om rekening mee te houden bij investeringen. Inmiddels zijn er tientallen landen en regio’s die vergelijkbare handelssystemen hebben, of die andere vormen van koolstofbeprijzing kennen. Ongeveer een vijfde van de mondiale emissies valtonder prijsmechanismes voor broeikasgassen. En zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan.

De lijsten van wat er allemaal wél gebeurt kunnen een hart onder de riem zijn voor politici. Want kijk, al die landen die maatregelen hebben getroffen draaien gewoon nog, hoewel er in het begin steeds economische rampspoed werd voorspeld als gevolg van klimaatbeleid. De echte alarmistenwaren degenen die klimaatbeleid probeerden tegen te houden met economische doemscenario’s. We moeten nu oppassen dat klimaatdoembeelden en het frame dat er alleen maar sprake is van blabla verlammend gaan werken. Juist het feit dát er al zo veel gebeurt, en dat dat haalbaar en betaalbaar is, kan een steun in de rug zijn om nog een paar tanden bij te zetten. Laat het maatschappelijk debat nu vooral over ‘hoe’ gaan.

 

Heleen van Soest, is onderzoeker internationaalklimaatbeleid bij het PBL (op persoonlijke titel)

Jan Paul van Soest, is partner adviesbureau De Gemeynt, en schrijver van tal van publicaties over klimaat en klimaatbeleid, waaronder het boek De Twijfelbrigade

Lees ook: